afb. Ernst van Mackelenbergh, Rosmalen
De drie oostelijke vensters van het hoogkoor, boven het oude hoofdaltaar, werden in 1863 beglaasd op kosten van de weduwe Rosa van Meeuwen, die later nog een donatie voor de neogotische gebrandschilderde ramen zou doen (zie venster 28). De koorvensters zijn als één cyclus ontworpen en uitgevoerd. In het middenraam zijn de patronen van de Bossche kathedraal afgebeeld: links Johannes de Evangelist, staande op de adelaar, pen en boek als schrijversattributen in zijn handen; rechts Maria met samengevouwen handen, die het kwade vertreedt, voorgesteld door de slang onder haar voeten. In het noordelijke venster staan de heilige Franciscus en Theresa van Avila, respectievelijk als franciscaner monnik en als carmelites weergegeven. Rechts, in het zuidelijke koorvenster, zien we als tegenhanger van deze kloosterordes, twee wereldgeestelijken, een bisschop en een paus: vermoedelijk Lambertus, met mijter en kromstaf, naast een paus met tiara en de drievoudige kruisstaf. Onder deze drie vensters zijn telkens twee wapenschilden afgebeeld die naar de vrome schenkster verwijzen: links onder een gouden helm en gouden dekkleden op een wit schild drie rode rozen en evenzovele witte meeuwen, rechts één gele roos op een groen tak op een wit schild dat met een rode helm en gouden kleden is gedekt. Onder deze schilden als onderschrift de datering Anno MDCCCLXIII.
| 42 |
1, 2 en 3. In het midden de heilige Maagd en Johannes Evangelist, noordelijk ervan Franciscus en Teresa van Avila, zuidelijk Lambertus en Gertrudis. Onder Johannes een wapenschild met drie rode rozen en drie witte meeuwen (van Meeuwen) en onderschrift DD Ao MDCCCLXIII. Onder Maria een wapenschild met gele roos aan groene tak op wit veld en onderschrift DD Ao MDCCCLXIII (Rosa van Meeuwen?). Uitgevoerd in 1863 door A.M. Schmitz te Aken. | 326 |